Vergankelijk
Mijn buurtkindertjes komen na schooltijd enthousiast de straat in gefietst. Ik ben druk bezig om mijn voortuintje ietwat te fatsoeneren. ‘BUURVROUW ILONKA,’ gilt mijn buurjongetje Julian, ‘WIJ HEBBEN EEN HANDTEKENING VAN DAAN!’ Ik heb werkelijk geen idee wie Daan is en waarom het hebben van zijn handtekening reden is voor deze uitgelaten stemming. Alsof hij mijn gedachten kan lezen schreeuwt hij er gelijk achteraan: ‘DAAN, VAN MAINSTREET!’
Hij krijgt bijval van de rest die allemaal door elkaar beginnen te praten om hun verhaal te vertellen. Een buurmeisje begint een liedje te zingen en ik herken het als een brouwsel van een populair boybandje dat veel kinderhartjes sneller doet kloppen. ‘Gaaf hoor!’ zeg ik in mijn rol als meelevende buurvrouw. ‘Die moet je goed bewaren, want die brengt later geld op.’ Ik zie ze dromen en zich rijk rekenen, wat hun enthousiasme nog groter maakt.
De kinderen laten vol trots een notitieblaadje zien waar met een kinderlijk handschrift Daan op geschreven staat. De letter n is voorzien van een sierlijke krul waar waarschijnlijk veel op geoefend is. ‘Willen jullie ook een handtekening van mij ?’ vraag ik. ‘JAHAA!’ roepen ze vijfstemmig. Ineens komt het besef. ‘Ben jij eigenlijk wel beroemd?’ ‘Nu nog niet, maar dat komt wel,’ antwoord ik vastberaden.
Terwijl ik mijn naam op vijf papiertjes schrijf, is Daan vergeten.